Tiny Houses

In Amerika zijn ze razend populair : Tiny Houses, mini-huisjes in de meest uiteenlopende vorm, van romantisch tot modern, met en zonder waranda en in veel gevallen op een onderstel geplaatst zodat je er mee de weg op kan… in Amerika wel te verstaan, waar de pickup trucks huge zijn, de wegen breed en de viaducten – zo die er al zijn – hoog genoeg zijn om er met een huis met zadeldak onder door te kunnen.

In Amerika gaan ze hiermee de weg op...

In Nederland hoef je daar niet over na te denken natuurlijk, onze trekauto’s zijn te klein, de wegen te smal en de viaducten te laag, om nog maar te zwijgen van de kritische aandacht die je zou krijgen van politie en Rijksdienst voor het Wegverkeer…

Maar toch, het is een interessante gedachte om een volwaardige woonruimte te creëren op een minimaal oppervlak, liefst nog verplaatsbaar ook zodat je ze kunt gebruiken voor het tijdelijk bestemmen van braakliggende percelen voor huisvesting van bijvoorbeeld (tijdelijk) alleengaanden, studenten of als asielzoekers met een verblijfsstatus.
Of voor recreatief gebruik natuurlijk, als aanvulling bij een camping zoals je in de Scandinavische landen veel ziet.

Nu kun je die Amerikaanse Tiny Houses niet één-op-één naar Nederland vertalen, want alles wat hier te lande wordt gebouwd moet nu eenmaal voldoen aan het Bouwbesluit en de regels zijn in Amerika wezenlijk anders.

Tiny_house
Dus ben ik zelf maar eens aan het ontwerpen geslagen, met als eerste resultaat “Tiny House T-1” :

  • Ruimte voor twee op slechts 16* m² (!) GebruiksOppervlak
  • Verplaatsbaar
  • Minimale fundering nodig
  • Schaalbaar
  • Stapelbaar
  • Full-electric
  • Optioneel met PV-dakbanen voor energie-opwekking

Klik hier voor de plaatjes…

* OK, toegegeven, het entresol van 6 m² zit hier nog niet in, want die vierkante meters mag je volgens de regels van het Bouwbesluit niet meetellen omdat de hoogte daarboven niet aan de minimale maat voldoet.
Maar die extra 6 m² zijn er natuurlijk wél en voegen ook echt iets toe…

Ook in dit ontwerp is gebruik gemaakt van CLT-panelen, enerzijds omdat ik graag zo ecologisch verantwoord mogelijk werk, anderzijds omdat je door het “kaartenhuis-effect” van die grote panelen goed verplaatsbaar kunt construeren en geen extra binnenafwerking nodig hebt.

CLT Eigenschappen

CLT heeft een aantal eigenschappen die het tot een interressant alternatief voor beton-, baksteen- en/of houtskeletbouw maakt :

  • CLT is een massief product, afgewerkt met pleisterwerk is een CLT-muur nauwelijks te onderscheiden van een stenen muur, je kunt er op willekeurige plaatsen gaten in maken en op eenvoudige wijze iets aan ophangen. Die afwerking hoeft echter niet persé te worden aangebracht, je kunt CLT ook prima onafgewerkt toepassen en alsdan geeft het een warme sfeer in de ruimtes.
  • CLT biedt constructieve schijfwerking vergelijkbaar met prefab beton-elementen, waardoor je er homogeen mee kunt construeren.
  • Ieder onderdeel – van gevel tot separatiewand – kan als dragend of stabiliteit-gevend element worden ingezet, overspanningen kunnen veelal worden gemaakt in het zelfde materiaal.
  • CLT is met ca. 500 kg/m³ ca. 80% lichter dan beton; dat biedt voordelen in de fundering en in de dikte van vloer-elementen.
  • CLT wordt op maat gefabriceerd en door CNC-gestuurde machines zodanig bewerkt dat de onderdelen met een tolerantie van maar ± 1 mm op elkaar aansluiten. Daardoor kan een CLT-casco direct na montage zonder verdere nabewerkingen luchtdicht zijn, terwijl de elementen in de meeste gevallen eenvoudigweg “koud tegen elkaar” worden geschroefd.

Het klinkt misschien raar, maar een houten constructie is – mits goed gedimensioneerd en gedetailleerd – zeer brandveilig.
Bij brand zal zich op de buitenzijde van het hout een houtskoollaag vormen die verder inbranden voorkomt c.q. vertraagt, waardoor een houten structuur langer stand houdt dan een structuur van staal of zelfs beton.

Een CLT-casco is door de inherente flexibiliteit van het basis-materiaal en de schijfwerking van de diverse onderdelen veel beter bestand tegen de krachten die vrijkomen bij aardbevingen dan een steenachtige constructie. Bovendien zijn de onderdelen lichter, waardoor ze in geval van aardbevingsbelasting anders reageren dan steen en beton.
In Nederland speelden deze overwegingen tot nog toe geen rol, maar de sinds enige jaren steeds vaker optredende bevingen in Groningen maken dat CLT voor toepassing in die provincie steeds nadrukkelijker een overweging waard is.

Hout kan relatief veel energie opnemen, waardoor het bij een gevel opgebouwd uit CLT + houtvezel-isolatie langer duurt voordat zonnewarmte die op de gevel valt naar binnen doordringt. Als je de gevel goed dimensioneert kun je die doorgangstijd rekken naar 10-12 uur, waarmee je de gratis warmte van overdag ’s nachts beschikbaar krijgt en het uitstralen van nachtwarmte door zonbestraling overdag wordt gestopt… zo kun je optimaal gebruik maken van “passieve” energie én blijft het gebouw in de zomer binnen langer koel.
Thoma biedt zelfs een gevel-element aan dat zonder toegevoegde isolatie bij een dikte van 364 mm een Rc van ca. 4,6 m²K/W haalt.

Het acoustisch gedrag van een houten casco wordt door veel mensen prettiger gevonden dan dat van een bakstenen- of betonnen casco. De nagalmtijd in een houten casco is korter, wat zeker bij de heden vaak toegepaste “harde” afwerkingen als een voordeel geldt. Daarnaast wordt Ook geluid van buiten goed gedempt.

Niet direct meetbaar, maar wel alleszins van belang is het feit een houten omgeving van nature vochtregulerend is en een rustgevend effect heeft op mensen. Veel mensen ervaren dan ook het binnenklimaat in een CLT-casco als prettiger dan het binnenklimaat in een huis van baksteen of beton.

Wat is Cross Laminated Timber (CLT) ?

De eerste keer dat ik Cross Laminated Timber (Kreuzlagenholz, Kruislaaghout) zag was tijdens een vacantie in Slovenië in 2007; een huis in aanbouw bleek te bestaan uit grote dikke panelen die geheel waren opgebouwd uit houten latten.
Natuurlijk kende ik wel gelamineerd hout in de vorm van spanten, maar ik had in mijn toen 30 jarige bouw-ervaring nog nooit zoiets als dit gezien.

Uiteraard kon ik niet nalaten om eens op die bouw te gaan kijken en een praatje te maken met de kennelijke eigenaar, die gelukkig iets sprak dat leek op Duits…
Hij liet mij zien hoe je met dit materiaal kon construeren en vertelde me dat het hele casco in één dag in elkaar was gezet.

Terug in Nederland bleef dit materiaal me intrigeren… ik was altijd al een warm voorstander van gebruik van natuurlijke materialen en werkte liever met houtskelet dan met steen, staal en beton.
Maar houtskelet is hol en Nederlanders houden daar niet zo van.
Bovendien waren (en zijn) de meeste aannemers behoorlijk conservatief, als je een ontwerp in houtskelet voorlegt krijg je steevast de vraag “mag ik het niet in steen maken ?
Nee dus, want ik kies als ontwerper niet voor niets voor hout !

Dus ging ik op zoek naar meer gegevens.
Dat viel nog niet mee, want afgezien van het toenmalige FinnForest (nu Mätsa Wood) vond ik in Nederland niemand die dit product kende.
FinnForest leverde het product onder de naam Lenotec® wel in Nederland, maar daarvan werd door degenen die het kenden direct gezegd “veel te duur !“.

Twee jaar later kwam ik materiaal het weer tegen, ditmaal in Swifterbant, waar een plaatselijke ondernemer had bedacht dat je grote houten elementen kon maken door latten kruislings op elkaar te leggen en met houten deuvels aan elkaar te verbinden, een techniek doe uit de houten scheepsbouw.
Jammer genoeg was dit product nog niet rijp voor de markt.

Inmiddels wint CLT gelukkig wat aan bekendheid in ons land.
Naast Mätsa Wood zijn ook de producten van Derix Poppensieker, KLH, Nur Holz, Thoma en Korlam hier verkrijgbaar.
Deze dakopbouw in Heemstede is gemaakt door Derix, werd in één dag op zijn plaats gehesen en paste milimeter-nauwkeurig in elkaar.